Île de Ré: vijf must sees op dit mooie eiland

Het eiland Île de Ré staat synoniem voor een verkwikkend verblijf waar je alle grip op de tijd verliest.

Wandel langs de zoutpannen, adem de Atlantische zeelucht in of geniet na van de heerlijke maaltijd na een bezoek aan de lokale marktjes. Naast de natuurlijke schoonheid van Ré la Blanche – de bijnaam verraadt de overheersende witte kleur van het eiland – mag je in geen geval het rijke erfgoed links laten liggen.

Pik tussen twee verkwikkende strandwandelingen enkele van deze niet te missen toppers mee:

De abdij van de Châteliers, op de weg naar La Flotte-en-Ré

De abdij (Externe link) werd in de 13e eeuw gesticht door cisterciënzers en was toen een van de grootste in het centrale westen van Frankrijk. Een bezoek aan de abdijruïnes blijft steevast een indrukwekkende ervaring! Het Musée du Platin in La Flotte-en-Ré organiseert er rondleidingen en gezinsactiviteiten. Dit kan gecombineerd worden met een verkenningsparcours in de gemeente, die uitgeroepen is tot mooiste van Frankrijk, langs de jachthaven en de middeleeuwse markt. Een echte duik in het verleden.

Lilleau des Niges, in het hartje van de zoutpannen

Natuurliefhebbers kunnen zich geen beter gelegen plek inbeelden dan een schiereiland met uitzicht over de oceaan, tussen stranden en zoutpannen. Het natuurreservaat wordt drukbezocht door trekvogels die de Atlantische route volgen. Resultaat: in het voorjaar zijn er maar liefst 323 vogelsoorten te spotten, waaronder de zeldzame bruine kiekendief en de bergeend. Afspraak in het nationaal natuurreservaat van Lilleau des Niges (Externe link) met zijn 121 hectare zoutpannen en Maison du Fier, een voormalige zoutloods, tegenwoordig ingericht als museum.

Le Phare des Baleines, waar walvissen ooit aanspoelden

Île de Ré, eiland van vogels en... walvissen? Inderdaad, vroeger spoelden walvissen op het uiterste westelijke punt van het eiland aan, waar vandaag de statige Phare des Baleines (Externe link) , de Walvisvuurtoren, staat. Of eigenlijk waar de vuurtorens staan. Zo is er de huidige vuurtoren, met zijn 57 m een van de hoogste van Frankrijk, maar ook een exemplaar dat dateert uit 1682, een park en een museum dat is ondergebracht in de voormalige school van de vuurtorenwachters. De hele plek is zeker een bezoekje waard. En de weg kwijtraken is er onmogelijk!

De vestingwerken van Vauban, aan de rand van Saint-Martin-de-Ré

In de 17e eeuw ontwierp Sébastien le Prestre Vauban het eerste zeshoekige vestingsysteem ter bescherming van de zee- en landgrenzen. Vier eeuwen later zijn 12 van dergelijke sites opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Een van hen is de vesting van Saint-Martin-de Ré (Externe link) , een uitgestrekte ommuring die de eilandbewoners beschermt. Een bezoek aan het complex kan individueel of met een gids en voert je langs bastions, poorten en vooral unieke architecturale ontwerpen. De 14 km lange, stervormige stadswallen laten een onuitwisbare indruk na.

Fort Boyard, stenen reus in de oceaan