Truffels zoeken in Bure-les-Templiers
Hoewel minder beroemd dan de zwarte truffel uit de Périgord zijn de truffels uit de Bourgogne en de Champagne (Externe link) ook een delicatesse en is het opgraven daarvan een al even delicate bezigheid. In tegenstelling tot de Tuber melanosporum (de zwarte wintertruffel) die meer in open gebieden en aan bosranden voorkomt, is de Tuber uncinatum (de zwarte herfsttruffel) te vinden in hooghoutbossen. Fabrice Bret, Christine en Jean-Charles Dupaty, truffelkwekers in het schitterende middeleeuwse dorp Bure-les-Templiers, nemen van september tot december bezoekers mee om naar truffels te zoeken. Als hun honden zo’n knolletje hebben gevonden, is het geblaf niet van de lucht! Na het opgraven kan je de subtiele hazelnootsmaak van de grijze truffel proeven op de kwekerij of in ‘Le Sabot de Vénus’, het restaurant in het dorp waar ze er de heerlijkste gerechten mee maken.
Reserveren voor een truffelzoektocht en proeverij bij het Office de Tourisme du Châtillonnais (Externe link)
Restaurant Le Sabot de Vénus
Zeldzaam lekkere appelsap van de abdij van Auberive
Wil je echt iets heel bijzonders meenemen uit het nieuwste nationale park (Externe link) van Frankrijk? Stap dan in de auto, op de fiets of op het paard en rijd naar de abdij van Auberive. Deze werd in 1135 gesticht door cisterciënzer monniken en is beroemd om de prachtige collectie hedendaagse kunst die hier is ondergebracht. Ook heeft de anarchiste Louise Michel uit de tijd van de Commune van Parijs (1871) hier gevangengezeten. Wellicht had de aanblik van de velden rond de abdij waar de rivier de Aube doorheen stroomt, een rustgevende uitwerking op haar opstandige geest. De beeldhouwwerken van Marc Petit en Rebeyrolles staan tussen de grillige stammen van allerlei soorten appelbomen. In goede jaren produceren deze boomgaarden, die worden onderhouden door de organisatie Les Croqueurs de Pommes (de Appelhappers), wel 1500 liter biologische appelsap, die uitsluitend in de abdij te koop is.
Een bijzonder kaasje uit Vaux-sous-Aubigny
Het Plateau de Langres, een groot waterreservoir waar diverse rivieren ontspringen, zoals de Aube, de Ource en de Seine, vormt het oostelijke deel van het Parc National de Forêts. De naam van deze hoogvlakte komt ook terug in een romig rond kaasje met een oranje korst, dat door een herkomstbenaming wordt beschermd. In de Fromagerie Germain, in Vaux-sous-Aubigny, is te zien hoe dit kaasje wordt gemaakt. Het is te koop bij de bijbehorende winkel met lokale producten. Ideaal om mee te nemen voor een picknick in de schaduwrijke kloof van de Vingeanne!
Theedrinken aan de oever van de Seine
Het leuke dorpje Chamesson heeft het eerste terras aan de Seine, want die ontspringt hier vlakbij. De rivier vormt op dit stuk een smal lint dat in een lange lus onder de mooie stenen brug door stroomt. Heel anders dan dit idyllische decor is het interieur van het café Les Z'uns Possible, waar beeldend kunstenaar Fabien Ansault zijn werk en andere interesses toont. De kamers en suite van dit kleine huis aan het water, waar hij ook zijn atelier heeft, zijn een waar rariteitenkabinet: schilderijen, boeken, opgezette dieren en sculpturen van houtstronken uit de Seine vormen een bonte verzameling. Heerlijk om hier weg te dromen onder het genot van een kop thee van verse kruiden uit de tuin.
De vergeten vruchten van Montigny-sur-Aube
Dit kasteel met een hoofdgebouw in renaissancestijl, waar de Amerikaanse president Truman nog heeft gelogeerd, staat vooral bekend om zijn schitterende boomgaard en moestuin. Het water loopt je in de mond als je door de vijgenboomgaard loopt, waar maar liefst zeven verschillende soorten vijgen groeien. En wat te denken van de negen tuinen waar uitsluitend rood fruit wordt gekweekt? Of van de boomgaarden annex moestuinen die nog uit de 19e eeuw stammen? Daar vind je meer dan 250 bomen van oude, lang vergeten fruitrassen. Die kunnen, net als de groenten uit de moestuin, ter plaatse worden gegeten aan een van de tafels van de Ferme-Auberge, of in de schaduw van de bomen in het park.
De Route du Crémant de Bourgogne
De bronzen vaas van Vix is een prachtig symbool voor deze wijnroute, want er kon maar liefst 1400 liter in! Het is het topstuk van de schat van Vix die werd gevonden in het graf van een prinses uit de 6de eeuw na Chr. en nu in Châtillon-sur-Seine tentoon wordt gesteld. Sindsdien werd hier een tijdlang geen wijn verbouwd, maar nu zijn de hellingen weer begroeid met druivenstokken (Externe link) . Aan het begin van het nationale park slingert de Route du Crémant AOP de Bourgogne door de omgeving van Châtillon, met onderweg een paar mooie tussenstops. Bijvoorbeeld in de tuin van het Domaine du Brigands, waar wel 120 verschillende druivenrassen worden geteeld. Zo sprokkel je onderweg al wat kennis bij elkaar voordat je uitkomt bij het Oenocentre Ampélopsis, waar in zeven zalen gereedschappen en werktuigen worden getoond die voor de wijnbouw worden gebruikt.
La Route du Crémant du Châtillonnais (Externe link)
Musée du Pays Châtillonnais – Trésor de Vix (Externe link)
Domaine Brigand (Externe link)
Een fantastisch diner in Courban
Dit fraaie, met wingerd begroeide landhuis tussen de wijngaarden is een lust voor het oog. De eigenaar, een voormalige binnenhuisarchitect, heeft de 24 slaapkamers een stijlvolle countrylook gegeven: zo zijn de deuren van de kasten met linnen bespannen en staan de ouderwetse badkuipen op pootjes. Na een aperitief bij de open haard ga je aan tafel om te genieten van de kookkunst van chef-kok Takashi Kinoshita, die wel raad weet met de specialiteiten van de streek, zoals rode linzen met bospaddenstoelen. En tot besluit serveert de chef pâtisserie Sae Hasegawa een heerlijk nagerecht.