Oesters van Cadoret: op bezoek bij een beroemde oesterkweker in Bretagne

Aan de nauwe monding van het riviertje Le Belon, in het zuiden van Bretagne, oefent de familie Cadoret al sinds 1880 het edele vak van oesterkweker uit. Of het nu gaat om de platte Belons, de Fines de Bretagne of het type met de zwarte parels: alle oesters van Cadoret worden in een schitterende natuurlijke omgeving gecultiveerd met ouderwets vakmanschap. Vanaf de Bretonse oevers bereiken deze oesters feestelijke tafels over de hele wereld. Tijd voor openheid van zaken!

Wat een mooi stukje Bretagne! De Cadorets wonen en werken op een paar kilometer van Quimperlé en Pont-Aven, in een bosrijk landschap dat alleen wordt doorkruist door kleine wegen en natuurpaden. Plus een rustige, kronkelige rivier met hier en daar een aanmeerplek. Deze Belon - of Bélon - mondt uit in de Atlantische oceaan via een nauwe baai zoals een fjord, waarin de zee langzaam maar zeker de regie overneemt.

Een symbool voor Bretagne

Bij de monding van de Belon exploiteert de familie Cadoret al vijf generaties lang een oesterkwekerij. Het zich hier vermengende zoete en zoute water levert een ideale omgeving op voor het kweken en laten rijpen van de schelpdieren. De beroemdste is la plate du Belon, een platte soort. Ze staat symbool voor Bretagne en is in de hele wereld geliefd om haar zachte vlees en lichte hazelnootsmaak.

De Cadorets werken midden in de natuur, aan de rand van het water. Maar er is weinig tijd om te luieren in deze heerlijke wereld: ieder jaar verwerkt het familiebedrijf bijna drieduizend ton oesters. Daarvoor zijn permanent zestig ervaren krachten in dienst, terwijl directeur Jean-Jacques Cadoret rond de kerst nog eens 140 extra werknemers welkom heet.

Alles begint op zee

De oesters van Cadoret beginnen hun leven op volle zee, ver weg van de rivier Le Belon. De piepkleine naissains groeien op in de Baai van Carantec, in het noorden van Bretagne, in een 200 hectare groot kweekgebied.

De jonge oesters liggen daar onder water op tafels, in grote gazen zakken die dagelijks worden gecontroleerd en geregeld geschud en gekeerd. Zo hebben ze alle ruimte om rustig en onbedreigd te groeien. De Bretonse oesterparken vallen maar een enkele keer per jaar droog, alleen bij extreme laagwaterstand. Daarvan wordt dan geprofiteerd voor een grondige inspectie van de oesterbanken. Maar normaal gesproken wordt dit werk om de twee weken door duikers gedaan. Als de oesters na ongeveer drie jaar volwassen zijn, worden ze overgebracht naar het bedrijf aan de oever van de Belon.

Het edele oesterwerk

Nu is de tijd aangebroken voor het vetmesten en op smaak brengen van de oesters, een precisiewerk waar de Cadoret-dynastie beroemd om is. Afhankelijk van formaat en type, worden de oesters drie tot negen maanden in de riviermonding gelegd. Een soort gezondheidskuur waarbij de schelpdieren profiteren van het brakke water waarin twee keer per dag bij hoogwater nieuw voedsel binnenstroomt. “Het spiervlees kan zich zo goed ontwikkelen, wordt vetter en smaakvol”, zoals het proces wordt omschreven door kenner Mickael Cloarec, de commercieel directeur van Cadoret.

Vervolgens worden de oesters twee dagen lang in een bassin schoongespoeld en dan uiteindelijk verpakt in houten kratjes, met 12, 24, 48 of nog meer stuks tegelijk. Geen sinecure, dit werk: de oesters moeten meerdere dagen kunnen blijven leven in de verpakking. Wie ooit de inpaksters van Cadoret aan het werk heeft gezien, kijkt nooit meer op dezelfde manier naar een oester.

Tok, tok, tok: is daar iemand?

Staand en zeer geconcentreerd selecteren de inpaksters de oesters op formaat en leggen ze een voor een in de bakjes. Hierbij worden de oesters systematisch beklopt: tok, tok, tok. Is een oester niet goed gesloten, dan horen de geoefende oren van de werkneemsters dat meteen. Deze oesters worden onmiddellijk apart gehouden, zodat alleen gezonde en levende oesters richting de klanten vertrekken.

Ieder jaar verlaten zo miljoenen oesters op ordelijke manier de professionele werkplaats van Cadoret, met een piekmoment rond Kerstmis en Oud en Nieuw. Vanuit de hele wereld komen bestellingen voor de Bretonse oesters binnen, vaak van beroemde chefs en restaurants. Vooral de platte Belons hebben een magische aantrekkingskracht. Zestig procent van Cadorets oesters gaan naar het buitenland, vooral binnen Europa, maar ook het verre Oosten heeft dit zilte kwaliteitsgenot ontdekt.

Zo kan over de hele wereld worden genoten van de Bretonse zeesmaak, dankzij het noeste werk van de familie Cadoret.

Meer informatie:

Bretagne op de kaart