Proef de zon met deze 8 culinaire specialiteiten uit Corsica!

Met zijn heerlijke culinaire tradities heeft Corsica voor iedereen wel wat! Of je nou van zoet houdt of je het liefste alleen maar charcuterie en kaas eet, de Corsicaanse gastronomie zal je tijdens je volgende reis aangenaam verrassen ...

Figatellu

Figatellu is dé charcuterie van Corsica. Deze droge worst van vlees en varkenslever is gekruid met specerijen, knoflook en zelfs rode wijn. Het is dan ook niet verrassend dat het woord 'figatellu' komt van 'fegatu', dat in het Corsicaans 'lever' betekent. Het wordt traditiegetrouw gemaakt van varkens van het eiland zelf. Gedroogd of gerookt, deze worst heeft de vorm van een U en moet kort na zijn voorbereiding worden opgegeten. Je kunt hem rauw (droog) eten, zoals een saucisson, of gekookt: gegrild, in de oven gebraden of gefrituurd in de pan, met of zonder saus ... Eindeloze mogelijkheden!

De Lonzu

De lonzu is één van de bekendste Corsicaanse producten. Het wordt gemaakt met kleine magere stukjes varkensvlees. Nadat het is gesneden, wordt het vlees gezouten, 5 à 7 dagen koel gehouden, voordat het in wijn gewassen wordt en gekruid. Daarna wordt het in een gerookt en gebonden stuk varkensdarm geplaatst. Je kunt deze lekkernij het beste drie maanden in een kelder laten voordat je het eet. Over eten gesproken, lonzu wordt typisch rauw tijdens het apéro of als voorgerecht gegeten, maar gebakken kan natuurlijk ook. Sinds 2011 staat deze Corsicaanse ham op de lijst van beschermde oorsprongsbenaming.

Coppa

Een écht savoir-faire … Alhoewel de coppa oorspronkelijk uit Noord-Italië komt, wordt het ook op ambachtelijke wijze op Corsica gemaakt. Deze charcuterie wordt met schouderham zonder bot gemaakt, gezouten en op smaak gebracht (in de regel met peper), voordat het een paar maanden lang in een natuurlijke darm wordt gedroogd. Hoe langer het gedroogd is, hoe sterker de smaak. Coppa wordt doorgaans rauw en in fijne plakjes gegeten. Weet wel dat het lastig is om ergens anders dan op het kleine Franse eilandje deze échte ambachtelijke coppa te vinden!

Brocciu

"Wie dit niet geproefd heeft, kent het eiland niet écht", schreef Emile Bergerat al tegen het einde van de 19e eeuw. Brocciu is dan ook dé Corsicaanse kaas die je niet kunt missen! De beste periode om het te eten? Ergens tussen december en april, tijdens de wintermaanden. Deze heerlijke smeltende, zachte, romige en soms schuimende kaas wordt met de wei van geiten- of schapenmelk gemaakt. Het wordt vooral koel gegeten, als afsluiter van de maaltijd. Het is niet alleen een embleen van de Corsicaanse gastronomie, maar ook een ingrediënt in menig traditioneel gerecht zoals cannelloni met brocciu of fiadone. De kaas kan ook gerijpt worden, dan heet het 'brocciu passu'. Het moet dan minimaal 21 dagen rijpen. Brocciu staat op de Franse lijst van geclassificeerde landbouwproducten sinds 1983, maar sinds 2003 ook op de Europese lijst van beschermde oorsprongsbenaming.

Fiadone

De fiadone, iconisch dessert uit Corsica, wordt gemaakt met brocciu (Corsicaanse kaas gemaakt met de wei van geiten- of schapenmelk), maar ook eieren, suiker en geraspte citroenschil. De taart lijkt op de Franse flan en moet 40 minuten in de oven. De échte Corsicaanse fiadone rijst niet, en hoewel hij smeuïg is van binnen is hij prachtig goudkleurig van de buitenkant.

Knapperig, zacht… de brocciu beignets zijn één van de onmisbare specialiteiten uit de Corsicaanse keuken. Makkelijk te bereiden: een beetje kaas van dezelfde naam, meel, eieren, een beetje zout, gist, citroenzest en poedersuiker. Je kunt het eten op elk gewenst moment van de dag, maar lauw zijn ze het lekkerste!

Canistrelli

Deze kleine, droge en krokante biscuitjes zijn makkelijk te personaliseren: doe er wat citroen in, anijs, amandelen, chocoladestukjes of rozijnen! Op Corsica eet men ze bij de thee of het ontbijt. Ze worden gemaakt met tarwebloem, witte wijn en suiker en zijn makkelijk thuis te maken. Het is dan ook niet verrassend dat ze je in alle keukens op Corsica vindt! Eet ze vooral zonder mate!

Cake met kastanjemeel

Kastanjemeel, oftewel 'farina castagnina corsa', is een échte traditie op Corsica. Sinds 2006 staat het op de Franse lijst voor classificatie van landbouwproducten en sinds 2010 staat het op de Europese lijst van de beschermde oorsprongsbenaming. Daarvoor moet het aan een aantal eisen voldoen. Het meel moet met plaatselijke kastanjes worden gemaakt, op traditionele ambachtelijke wijze, zonder chemische behandelingen. Historisch gezien wordt het gebruikt in het bakken van brood en galettes, maar tegenwoordig wordt het gebruikt voor een groot aantal Corsicaanse culinaire specialiteiten, onder andere voor cakes! Zijn subtiele smaak voegt een beetje je ne sais quoi toe aan moelleux, cakes en andere flans die je 's ochtends bij het ontbijt maar ook als dessert kunt eten.

Corsica op de kaart