Gauguin, de alchemist in het Grand Palais in Parijs

Van 11 oktober 2017 t/m 22 januari 2018 is in het Grand Palais in Parijs de tentoonstelling 'Gauguin, de alchemist' te zien, waarin de verschillende routes van de kunstenaar en zijn werk worden gevolgd, evenals zijn vermogen om voortdurend de grenzen van elk medium te verleggen.

Zijn oeuvre bijeengebracht

Dit is de eerste tentoonstelling van zijn soort waarin een diepgaande studie wordt gemaakt van de opmerkelijke complementariteit van de creaties van de kunstenaar op het gebied van schilder- en beeldhouwkunst, evenals grafische en decoratieve kunst. Voor deze gelegenheid zijn meer dan 200 werken van de kunstenaar verzameld (ongeveer 55 schilderijen, 30 keramische objecten, 30 beelden en houten objecten, 15 houtsnedes, 60 prenten en 35 tekeningen).

Na de eerste grote Gauguin-tentoonstelling van 1989 maakt deze nieuwe samenwerking tussen het Art Institute of Chicago (die een belangrijke collectie schilderijen en grafische werken van Gauguin heeft) en het Musée d'Orsay (die een van de grootste collecties schilderijen, keramiek en houtsculpturen van de kunstenaar ter wereld heeft) het mogelijk de experimenten van Gauguin met verschillende media in een nieuw licht te plaatsen. Het toont het oeuvre van de kunstenaar in al zijn diversiteit in het licht van recent onderzoek naar de technieken en materialen die Gauguin gebruikte.

Thematische route

Her en der biedt de tentoonstelling ruimtes waarin de bezoeker de technieken en werkmethoden van de kunstenaar van dichtbij kan beschouwen. Enkele voorbeelden:

In een opmaat naar de tentoonstelling richt de 'Beeldfabriek' zich op de beginperiode van Gauguin, van zijn representatie van het moderne leven in de voetsporen van Degas en Pissarro tot de vroege herhalingen van een motief, gebaseerd op het stilleven en de mogelijkheden die het biedt voor iteratie.

Het 'grote atelier' richt zich vervolgens op de Bretonse periode van de kunstenaar. Zijn waarneming van het Bretonse leven, geïntegreerd, geassimileerd en getransformeerd, stelde hem in staat terugkerende patronen te gebruiken door verschillende avatars (de cirkel, de zittende vrouw, de rug van een Bretonse enz.) en onderzoek te doen in tekenen, schilderen en keramiek.

Het gedeelte 'Mythen en herontdekkingen' toont de versterking van de mystieke dimensie van het werk van Gauguin in Tahiti. Geïnspireerd door de beperkte materiële sporen achtergelaten door godsdiensten op Tahiti vond Gauguin een nieuwe beeldtaal uit op basis van Tahitiaanse mondelinge overlevering. De verontrustende figuur van de Geest van de dode (Buffalo, Albright - Knox Art Gallery) die Tahitiaanse vrouwen kwelt, komt herhaaldelijk terug in werken van deze periode.

Het laatste gedeelte 'Inrichting' concentreert zich op Gauguins obsessie met decoratieve kunsten in zijn latere periode, zowel voor interieur als in de evocatie van een weelderige natuur (Rupe Rupe, Pushkin Museum). Het ultieme kunstwerk, zijn huis op Hiva Oa (het Huis van Plezier), zou zijn zoektocht naar een primitieve gouden eeuw afronden. De tentoonstelling eindigt met een hologram van het Huis van Plezier, dat voor het eerst in een tentoonstelling wordt gepresenteerd, langs de beelden die de ingang sierden naar Gauguins laatste woning en atelier. Dit is een unieke kans voor het publiek om zijn atelier van dichtbij te zien. Als onderdeel van deze route heeft de tentoonstelling een zaal gewijd aan het manuscript Noa Noa, dat maar zelden ten toon wordt gesteld.

Adres

Grand Palais
3 Avenue du Général Eisenhower
75008 Paris